Natuurlijk is voetbal altijd om te lachen geweest. Ook in de vroegste jaren van onze geliefde balsport zullen er mensen voor het eerst een voetbal goed hebben moeten raken hetgeen voor de omstanders, die zelf waarschijnlijk ook niet kundig waren, koddige taferelen moet hebben opgeleverd.
Ik herinner me de start van het zomeravondvoetbal in het begin van de jaren ’60 bij Kolping Boys toen lieden die nog nooit hadden gevoetbald en de dertig al gepasseerd waren in elftalverband hun eerste balletje kwamen trappen.
Het trok veel toeschouwers die genoten van het optreden van 11 brevetten van onvermogen op de zomeravonden.
Nu weer terug naar vroeger.
Jan (van voren) Petterson (van achteren)
In de jaren twintig van de vorige eeuw bestond voetbalhumor bijna alleen uit getekende karikaturen van bekende voetballers, zoals in de uitgave van sigarettenmerk Miss Blanche in 1927 met karikaturen van Ch. Cocheret, zoals bovenstaande van Jan Petterson van Feyenoord.
De humorkant van voetbal zette pas echt door in de jaren’30 toen ook kranten karikaturen van voetballers plaatsten en diverse sigarettenmerken plaatjes bijsloten bij hun producten of de rokers ervoor lieten sparen.
Er zijn mensen die dit soort afbeeldingen verzamelen en voor sommige ervan worden heden zeer interessant bedragen geboden.
Om een beeld te geven van hoe de humor er in de jaren ’30 en ’50 uit zag geven we een aantal voorbeelden om te illustreren in welke onschuldige hoek voetbalhumor toen zat.
Het moge duidelijk zijn dat er in de jaren ’40 weinig te lachen viel en die jaren zijn wat sporthumor betreft altijd een zwart gat gebleven.
De spotlights gaan even op illustrator Jan Lutz (1936), tabaksproducent Flyer Goldleaf Virginia (1951) en vloeitjesfabrikant Rizla (1956).
Jan Lutz
Jan Lutz (Rotterdam, 1888) illustreerde talloze kinderboeken (ook de kaften), waaronder die van Pietje Bell, en in 1930 produceerde hij de eerste Nederlandse ballonstrip, zie onderstaande zwart-wit uitvoering.
Het moge duidelijk zijn dat stevige humor nog een lange weg te gaan had.
Eén van zijn meer dan honderd herkenbare boekenkaften voor jeugdlectuur
Flyer Goldleaf Virginia
Je zou denken dat de humor in de jaren vijftig wel een ontwikkeling zou hebben doorgemaakt maar niets is minder waar.
De beste omschrijving van het karakter ervan is “braaf”.
In 1951 gaf tabaksfabrikant Flyer een serie humorkaarten uit die precies weergeven hoe er in die jaren over gedacht werd en we laten een vijftal voorbeelden volgen.
Rizla
Dit merk was met Mascotte de marktleider op het gebied van vloeipapier in de jaren ’50.
Deze firma was actief met het uitgeven van plaatjes die in mooie albums over vissen, voetballers, wielrenners en vogels konden worden geplakt maar ze gaven in 1956 ook een serie plaatjes uit met voetbalhumor.
Eigenlijk zetten ze de brave lijn van Flyer voort want qua niveau liggen ze naadloos in elkaars verlengde.
Van vernieuwing is nog geen sprake. Overtuig u zelf.
Modernere tijden
In de jaren zeventig veranderde er veel in de maatschappij en ook op het gebied van humor.
Toonaangevend op illustratief gebied was dus zeker de strip Knudde van tekenaar Toon van Driel in 1973.
Daarin beschreef hij de grappige lotgevallen van zijn blunderhelden Jaap, de vrije verdediger, en Dirk (had van mij ook anders mogen heten), de doelman.
In de eerste jaren waren de grappen van deze krantenstrip vaak van algemene aard maar later ging hij steeds in op de actualiteit en dat was wel de verandering maar zeker met brede waardering.
Er verschenen ook ingekleurde albums van deze twee helden.
Ook andere tekenaars begonnen voetbal leuk te vinden
Persoonlijk vind ik onderstaande moderne tekeningen wel erg geslaagd.
Dat is het dan voor deze keer.
Nou ja, nog eentje toe.