Ze waren in de Tweede Klasse C van de afdeling Noord-Holland ingedeeld met Hugo Boys, SRC, Con Zelo, Dirkshorn, Hollandia T, Callantsoog, Wiron, Petten en Texelse Boys.
Eerste elftalspelers waren destijds onder andere Willem Wopereis, Gerrit Jongebloed, Jan Wester, Nic Smit, Arie de Reus en Piet van de Gragt. In het eerste wedstrijdweekend verloren alle vijf de elftallen en dat werd een week later nog eens herhaald. Waar moest dan heen? De moed moet secretaris Tom Bos in de schoenen gezakt zijn.
In de derde wedstrijd werd uit bij Con Zelo voor het eerst gewonnen en dat werd in de eerste competitiehelft alleen nog tegen Callantsoog herhaald. Na negen wedstrijden was de laatste plaats vast in Oudorpse handen was en het aantal tegendoelpunten was met 28 stuks zorgwekkend te noemen.
De tweede competitiehelft zou het herstel moeten intreden maar fikse nederlagen en twee gelijke spelen gaven daar vooralsnog geen blijk van tot drie wedstrijden voor het einde! Kolping Boys stond zes punten achter naaste concurrent Callantsoog en volgens de krant was het al over en uit voor de Oudorpers maar het wonder geschiedde! De resterende drie wedstrijden werden gewonnen en Callantsoog verloor haar laatste drie wedstrijden allemaal zodat aan het eind van de competitie de rode lantaarn nog geen eigenaar had. De moed zat er weer in bij de mannen van Kolping Boys en zeker toen daarna ook de poulefase van de Gouden Kruis “beker” competitie als koploper werd afgesloten tegen Grootschermer 1, RKAFC 3, HSV 2 en Jong Holland 1.
Op maandag 18 april 1949 vond de beslissingswedstrijd tegen Callantsoog plaats op het veld van BSV Bergen (inmiddels ook historie). In de eerste helft blies Kolping Boys Callantsoog volledig van het veld maar verder dan twee gemiste penalty’s (beide Willem Wopereis) en een afgekeurd doelpunt van Nic Smit kwamen ze niet. In de tweede helft maakte Callantsoog na vijf minuten de 1-0 en tien minuten later volgde hun tweede doelpunt uit het niets.